Namibië is niet de ultieme wildlife-bestemming. De safarimogelijkheden en de veelheid aan fauna zijn niet van het genre Kenia, Zuid-Afrika, Botswana of Tanzania. Een zoektocht naar wild is dus nooit het primaire doel op een rondreis door het land. Niet dat er in Namibië helemaal geen wild te vinden is: oryxen (antilope), woestijnolifanten, zebra’s of giraffes zullen u niet mankeren op een rondreis door het land. Maar wie naar Namibië reist, doet dat in de eerste plaats voor de variatie en indrukwekkendheid van zijn landschappen, de natuur en ook de traditionele cultuur van de Himba's, Damara’s, Herero's, Bosjesmannen of San. Enkele bevolkingsgroepen zijn erg gelijkend qua origine, maar reageerden verschillend op de kolonisatie van Namibië door Duitsland. De Himba's lieten het moderne leven volledig aan zich voorbijgaan en lopen nagenoeg naakt rond met hun kenmerkende sieraden en het insmeren van het eigen lichaam met geitenvet, kruiden en oker wat de rode, aardse kleur verklaart. Herero daartegenover is de kleurrijke bevolking die meeging in het verhaal van de Duitse overheersers. Dat laatste herkent u makkelijk aan de Victoriaans aandoende kledij én het bijzondere hoofddeksel. Beide bevolkingsgroepen zijn erg verwant, maar doorheen de geschiedenis sloegen ze een ander pad in.
Verbazend genoeg ontvangt Namibië minder dan een half miljoen bezoekers per jaar, waar het naburige Zuid-Afrika minstens een tienvoud aan gasten verwelkomt. Dit heeft zeker te maken met de beperkte beschikbaarheid aan accommodatie. Dat maakt dat u voor een reis door Namibië maar beter vroeg begint te plannen. Maar er is verandering op til: meer dan een dozijn nieuwe lodges en camps opende recent de deuren… hoog tijd dus om een inspectieronde te maken! Tijdens mijn recente reis door het land verken ik dus verschillende nieuwe luxe-lodges en camps, een vijftiental alles samen die de stijgende interesse vanuit het buitenland proberen bij te benen.
De lodges die ik bezoek, liggen op verschillende locaties in het land; ik jaag er zo'n 2.500 km aan (voornamelijk) gravel en off-road wegen door op een goede week tijd. Een goede auto mét reserveband én een voorraad water zijn dan ook geen overbodige luxe, meer zelfs onontbeerlijk. Zeker in het noordwesten waar ik me op deze reis op focus: deze streek is zeer desolaat, ruw en onontgonnen. Een roadtrip door deze onherbergzame regio voert door opgedroogde valleien en rivierbeddingen, waar heel uitzonderlijk purperen bloemen de kop opsteken. Het bekende Etosha NP, één van de trekpleisters van het land, laat ik deze keer spreekwoordelijk links liggen.
Enkele lodges zijn per selfdrive ook simpelweg niet bereikbaar: je wordt bij het checkpoint opgepikt en vervolgens off-road met een lokaal voertuig tot bij de lodge in kwestie gebracht, een rit van soms anderhalf tot twee uur door droge rivierbeddingen. Dat komt omdat de lodges te afgelegen of té moeilijk bereikbaar zijn.
Mijn rit brengt me naar Damaraland, waar rotsformaties (genaamd 'boulders') het landschap domineren. In dit adembenemend landschap zijn prachtige lodges zoals Sorris Sorris Lodge, Mowani Mountain Camp, Damaraland Camp of Camp Kipwe heel mooi geïntegreerd in het landschap. Ze gaan vlekkeloos op in het landschap alsof ze er natuurlijk deel van uitmaken. Naast lodge-hopping trek ik wat tijd uit voor een bezoek aan de rotstekeningen van Twyfelfontein, Organ Pipes en Burnt Mountain.
Volgende halte wordt het Hoanib Valley Camp, spectaculair gelegen in een amphitheater van basalt en uitkijkend over de zandrivier. Het uiterst milieubewuste maar gesofisticeerde camp laat vrijwel geen afdruk na in dit fragiele eco-systeem en levert ook een aanzienlijke bijdrage aan de lokale Himba-gemeenschap, één van de meest traditionele en fotogenieke Afrikaanse stammen. Een bezoek aan de dorpjes, zo goed als onaangeroerd door de moderne beschaving, is een unieke ervaring tijdens mijn verblijf in het Hoanib Valley Camp.
Interesse in een rondreis door Namibië? Ik help u graag verder!
Patrick