Eind september ben ik voor een 12-daagse reis doorheen Laos en Cambodja, 2 voormalige Franse koloniën, vertrokken. De Mekong, de machtige rivier die meer dan 4.000km doorheen Azië trekt, wordt mijn 'compagnon de route'.
Ik start mijn bezoek aan Laos in Luang Prabang, de spirituele hoofdstad van het land. Luang Prabang is een stad vol kleur, sfeer en gezelligheid. En hoewel je je aan de andere kant van de wereldbol bevindt, voel ik me er heel snel thuis; het is eigenlijk meer een groot dorp. Het zou jammer zijn om je verblijf hier in een rush te beleven, het komt er juist op aan om Luang Prabang te leren kennen en je te laten onderdompelen in de gemoedelijke sfeer die er overal heerst. De binnenstad van Luang Prabang staat op de werelderfgoedlijst van Unesco door zijn unieke combinatie van overblijfselen van de koloniale Franse architectuur en de goed onderhouden boeddhistische tempels. Wat Xieng Thong is de meest indrukwekkende tempel, met zijn met mozaïek beklede muren. Maar tijdens een wandeling of fietstocht doorheen het centrum ontdekt u er gegarandeerd nog veel meer! Er zijn er tientallen doorheen de stad en de monniken kom je dan ook overal tegen. Elke ochtend, bij zonsopgang, gaan de monniken door de straten om aalmoezen te ontvangen, hun eten voor die dag. Ze lopen achter elkaar in hun felgekleurde gewaden. De stad ontwaakt dan, maar toch heerst er een innemende stilte; een heel bijzondere en indrukwekkende ervaring. In de stad kunt u ook heel lekker eten, er is een enorme verscheidenheid aan restaurants met zowel lokale als Frans getinte keuken. Tijdens een foodie tour doorheen de stad ontdekken we bijvoorbeeld vier restaurants op één enkele avond. Elke avond is er ook een Night Market in de hoofdstraat van de stad; je vindt er niet alleen souvenirs, maar ook veel kraampjes met allerlei smoothies en hapjes. Verwacht je niet aan alleen maar toeristen, ook veel locals struinen langs de kraampjes. Luang Prabang is trouwens niet groot, dus de afstanden zijn gemakkelijk te voet of met de fiets af te leggen.
Het loont ook zeker de moeite om de stad te verlaten en het platteland eromheen te verkennen. We maken een uitstap naar de Kuang Si watervallen. De ingang van het park doet wat toeristisch aan met veel prullaria-kraampjes en op de korte wandeling naar de verschillende poelen ontmoet je wellicht meer toeristen dan aan de tempels van Luang Prabang. Maar het uitzicht tijdens de wandeling maakt alles goed. Het water valt via diverse plateaus naar beneden in het regenwoud. Het is een ideale plek om te wandelen en om even te baden in het verfrissende water.
Na drie dagen verlaten we Luang Prabang richting het zuiden van het land. We landen in Pakse en rijden verder naar Champassak. Laos is sowieso nog niet overspoeld door de toeristen en het zuiden van het land is nog ongerepter dan het noorden. We bezoeken er onder andere het Bolaven Plateau per jeep. Deze highlands zijn de thuishaven van de beste koffieplantages van het land. De natuur is er indrukwekkend met majestueuze heuvels, regenwoud en schitterende watervallen.
Eén van de hoogtepunten van deze streek is de tempel van Wat Phou, een pre-Angkoriaans complex dat sinds 2010 op de Werelderfgoedlijst van Unesco staat. Ook hier zijn er amper toeristen maar de site is ronduit indrukwekkend. Het geheel is omgeven door bomen en met de bouw wilde men de hemel imiteren, compleet met wegen, waterreservoirs en vooral heel veel trappen, de heuvel op! De klim naar het hart van het tempelcomplex is meer dan de moeite waard, met een prachtig uitzicht over de omgeving. Qua bouwstijl is het niet vergelijkbaar met Angkor Wat, het is allemaal wat meer rudimentair dan zijn Cambodjaanse tegenhanger, maar dit complex is toch heel bijzonder, door de prachtige locatie en de rust en stilte die er heerst.
We rijden daarna nog verder zuidwaarts richting de grens met Cambodja. Si Phan Don, ofwel '4.000 Islands', is een verzameling bewoonde en onbewoonde eilandjes in de Mekong rivier, die daar op haar breedste punt 14 km breed is. We zijn er getuige van het dagelijkse leven dat volledig in het teken van de grillen van de rivier staat. Een lokaal bootje brengt ons naar Don Det en Don Khone, twee van de grotere eilanden in de regio. Op de eilanden zelf verplaatsen we ons per tuk tuk. Langs talloze rijstvelden rijden we zo naar de indrukwekkende Lippi watervallen op Don Khone. De oorspronkelijke naam van deze watervallen, Tad Somphamit, betekent “val van de geesten”. De bevolking gelooft namelijk dat de watervallen ervoor zorgen dat er geen slechte geesten aan land kunnen gaan. Enig nadeel aan deze grensregio is dat de beschikbare accommodatie echt nog beter kan. De hotels overstijgen sowieso niet het 2*niveau.
We verruilen Laos voor Cambodja en bezoeken als opwarmer voor de Angkor site, Koh Ker. Na zijn benoeming tot keizer, besloot Jayavarman IV te resideren in Koh Ker. Het spectaculairste overblijfsel van zijn residentie is Prasat Thom, een piramidevormige toren van 40m hoog, met helemaal boven een prachtig uitzicht over de jungle!
We trekken verder naar Siem Reap, de culturele hoofdstad van Cambodja en dé absolute trekpleister van het land! Siem Reap mag u niet alleen beperken tot uitvalsbasis voor het bezoek aan de tempels van Angkor, maar u kan er niet omheen: deze site blijft tot de verbeelding spreken en trekt duizenden toeristen aan van over de hele wereld. Bereid je dus voor op een bonte massa bezoekers in en rond de tempels, maar de site zelf en de mystiek die er omheen hangt, maken alles meer dan goed!
Angkor is een van de belangrijkste archeologische sites van Zuidoost-Azië. Het strekt zich uit over ongeveer 400 vierkante kilometer en bestaat uit tal van tempels, bekkens, dijken, reservoirs, kanalen en verbindingswegen. Het archeologisch park Angkor bevat de prachtige restanten van de verschillende hoofdsteden van het Khmer Rijk, van de 9e tot de 15e eeuw. De site bezoekt u best gedurende 2 of 3 dagen, telkens in blokken van halve dagen. Op deze manier kan u uw bezoek zorgvuldig uitstippelen om de grote massa’s te vermijden (best zo vroeg mogelijk ’s ochtends starten!).
De grootste, bekendste en meest statige (en dus ook de drukste) van alle tempels is Angkor Wat, waarvan de bouw begon in de 12e eeuw en zo'n 37 jaar duurde. Het werd oorspronkelijk gebouwd als mausoleum voor koning Suryavarman II en werd later in gebruik genomen als boeddhistische tempel. Het complex is omringd door een 200 meter brede gracht en wordt gedomineerd door een 50 meter hoge tempeltoren.
Alhoewel deze tempel heel indrukwekkend is in al zijn grootsheid, ben ik vooral liefhebber van Ta Prohm. Deze tempel is één en al magie, want de jungle heeft zich al jaren geleden meester gemaakt van dit heiligdom. Het werd gebouwd rond 1186 onder Jayavarman VII en was vroeger één van de grootste tempels van Angkor. Acht eeuwen geleden werden hier 260 afgoden aanbeden door meer dan 12.000 mensen, die allemaal binnen deze stad leefden. De wortels van de bomen reiken nu door stenen heen, de takken groeien door poorten en ramen en kronkelen rond de beelden als echte wurgslangen.
Op een kleine 2 kilometer van de poort van Angkor Wat bevindt zich Angkor Thom, het hart van het domein en het hoogtepunt van de Angkor beschaving met bijna 100.000 inwoners honderden jaren terug. Deze stad wordt aan de 4 zijden beschermd door 8m hoge muren over een totale lengte van 12km. Rondom liggen er slotgrachten van 100m breed. In het midden van Angkor Thom ligt nog zo’n indrukwekkende tempel, Bayon, een massieve rots met 54 torens, die elk versierd zijn met vier gezichten. Maar liefst 216 stenen reuzenhoofden begeleiden je tijdens je bezoek aan deze “magische berg”.
Siem Reap zelf heeft alles wat je van een Aziatische stad kan verwachten, het is een druk aandoende stad met meer brommers dan auto’s maar het heeft ook heel wat gezellige buurten zoals Pub Street en de voetgangerspromenade The Lane. Na een vroeg bezoek aan de tempels en wat platte rust in het hotel, is het heel leuk om in de vooravond de stad in te trekken en te genieten van alles wat de Cambodjaanse keuken te bieden heeft!
Eindigen doe ik in schoonheid, op het nabijgelegen Tonlé Sap meer, het grootste meer van Zuidoost-Azië en van levensbelang voor de voedselvoorziening van het land. Het krimpt en zet uit op het ritme van de moesson. In en rond dit meer liggen de wortels van het Cambodjaanse volk, dat altijd in paaldorpen geleefd heeft. Tegenwoordig leven hier bijna 3 miljoen mensen. De huizen op het meer bewegen mee met het ritme van de waterstand en alles wordt per boot gedaan. Tijdens een boottocht op dit gigantische meer zie je dan ook het dagelijkse leven van de Cambodjanen van heel dichtbij: we zien drijvende scholen en winkeltjes, kleine kinderen die behendig motorbootjes besturen en een veelvoud aan woningen, op palen of drijvend, in alle mogelijke kleuren.
Interesse in een rondreis door Laos en/of Cambodja? Ik help u graag verder!
Marie
