De rondreis begon in het uiterste Westelijke deel van het land, aan de Kaspische Zee. Een directe vlucht vanuit Londen bracht ons in een 6-tal uur naar de stad Aktau.
Aktau, wat “Witte Berg” betekent, heeft haar naam te danken aan de vele witte kliffen die rond de stad te vinden zijn. De relatief nieuwe stad werd in 1961 gesticht voor de arbeiders in de olie-industrie, de grootste bron van inkomsten voor het land. Aanvankelijk was de naam van de stad Sjevtsjenko, een verwijzing naar de beroemde Oekraïense dichter Taras Sjevtsjenko. Na de val van de Sovjet-Unie kreeg de stad zijn huidige naam: Aktau. We leerden wat meer over de geschiedenis van de stad en de omgeving tijdens een sightseeing tour, een wandeling langs de Skalnaya tropa en een boottocht op de Kaspische Zee.
Na een bewogen dag in en rond de stad konden we relaxen in ons hotel Rixos Water World. Dit is het eerste en voorlopig enige 5-sterrenresort in het land dat aan de Kaspische zee ligt en beschikt over een eigen stuk privéstrand. Het is de perfecte bestemming voor families met kinderen, aangezien een heus waterpretpark zich in het resort bevindt.
Op dag 3 zetten we onze trip verder richting het noorden van de provincie Mangystau met onze 4×4’s. De regio valt het best te omschrijven als een gevarieerde mix van verschillende soorten landschappen: steppe, kliffen, woestijnen, canyons en prachtige rotsformaties wisselen elkaar af, maar ook op cultureel vlak heeft deze regio veel te bieden. De restanten van de vele oude beschavingen die er toen leefden zijn nog duidelijk zichtbaar. Eén van de meest fascinerende plekken van de provincie is de ondergrondse Shakpak Ata Moskee. De Moskee werd gebouwd in de 10de eeuw en is één van de oudste monumenten uit de Islamitische architectuur. De moskee is vanbinnen wit omdat hij uit krijtrots is vervaardigd. De verschillende ruimtes zijn versierd met Arabische geschriften en tekeningen en er is een stenen trap die ons tot boven op de moskee brengt.
Een ander hoogtepunt uit deze regio en voor mij persoonlijk het mooiste wat ik tijdens deze reis heb gezien is Boszhira. Dit is een uitgestrekt gebied aan rotsformaties van verschillende vormen en groottes ontstaan door erosie. Naast de prachtige rotsformaties zijn er in Boszhira tal van fossielen te vinden aangezien dit gebied tijdens het Mesozoïcum bedekt werd door de Tethys Oceaan.
Uiteraard kon tijdens deze tweedaagse trekking een overnachting in een typische Kazakse yurt niet ontbreken. De uitgelezen manier om kennis te maken met de vroegere levensstijl van de Kazakse bevolking.
Na deze bewogen dagen, vlogen we ’s avonds in een 3 uur durende vlucht van het uiterste westen van het land naar het Zuid-Oosten richting Almaty. Gezien de grootte van het land zal het je ook niet verbazen dat deze verplaatsing sowieso per vliegtuig moet gebeuren.
Bij aankomst in Almaty waren de verschillen met het westen van het land meteen duidelijk zichtbaar. De uitgestrekte woestijnen en het desolate landschap hadden plaats gemaakt voor een oase aan groen midden in een metropolenstad. Almaty is niet de hoofdstad van Kazachstan, maar in inwonersaantal wel de grootste stad van het land.
Na een korte eerste nacht in Almaty, reden we richting Shymbulak, het grootste skigebied van midden-Azië. Je kan er met een skilift die bestaat uit 3 delen tot op een hoogte van 3200 meter geraken. Van daaruit vertrekken tal van skipistes in de winter en wandelroutes in de zomer. Verder is er ook nog een beroemde schaatsbaan Medeu, waar in het verleden reeds tal van grote schaatswedstrijden gehouden werden. Het gebied rond Shymbulak is vooral populair bij skiërs uit Kazachstan, maar ook uit buurlanden China, Rusland en Oezbekistan komen veel wintersporters de regio ontdekken.
Almaty is het wetenschappelijke, culturele, historische, industriële en financiële centrum van het land. Tot 1997 was het de hoofdstad van het land en de naam betekent “rijk aan appelen” omdat er rond de stad zoveel diverse soorten appels te vinden waren. Tijdens een citytour ontdekten we de hoogtepunten van de stad. Het werd al heel snel duidelijk dat deze stad een zeer rijk cultureel verleden heeft; van de Zijderoute tot de Russische Revolutie, WOII en het Soviet tijdperk, de sporen zijn nog duidelijk zichtbaar en maken dat deze stad zo een rijk cultureel verleden heeft. Ook nu staat de stad niet stil en zie je dat er geleefd wordt. Er is een universiteit, een opera en op elke hoek van de straat is er een restaurant of gezellig café.
De volgende dag vertrokken we al vroeg in de morgen richting Charyn National park. Dit nationale park ligt op ongeveer 200 km ten oosten van Almaty en wordt het vaakst als meerdaagse uitstap bezocht vanuit Almaty. Het hoogtepunt hier is de Charyn Canyon. Deze canyon wordt weleens het ‘kleine broertje’ van de Amerikaanse Grand Canyon genoemd, maar moet in schoonheid zeker niet onderdoen. We kwamen na een korte, maar wel pittige (door de snikhete temperaturen) wandeling door de canyon tot bij de Charyn River waar het verfrissende heldere water meer dan welkom was. Voor de meer geoefende wandelaars zijn hier tal van hikes in en rond de prachtige canyon.
Van het ene nationale park reden we meteen naar het volgende: Kolsai Lakes Nationaal Park. Dit Park ligt op de noordhelling van het Tian Shan-gebergte op een tiental kilometers van de grens met Kirgizië.
Lake Kaindy was het eerste meer dat we bezochten. De SUV ruilden we voor deze tocht in voor paarden. Deze dieren zijn een belangrijk onderdeel van de cultuur in Kazachstan. In het verleden waren paarden namelijk het vervoersmiddel bij uitstek van de nomaden tijdens hun lange tochten, vandaag is het paard vooral niet weg te denken op het bord van de Kazak in de vorm van paardenvlees of gefermenteerde paardenmelk. Tijdens onze tocht met de paarden, kwamen we langs het prachtige Kaindy meer. Meteen viel het schilderachtige azuurblauwe water ons op, maar het meest merkwaardige aan dit meer zijn de loodrechte houten pilaren die uit het water steken, restanten van oude bomen. Dit unieke fenomeen is het gevolg van een aardbeving in 1911 waardoor een natuurlijke dam werd gevormd. Het meer is ongeveer 400 meter lang en 30 meter diep en je kan er uren naar staren, vervelen doet het nooit.
Kolsai Lakes National park omvat naast het meer Kaindy ook de 3 Kolsai meren die een beetje verstopt liggen tussen de dennenbossen en kliffen. Wij bezochten het eerste meer, wat het meest toegankelijke van de 3 is. Het tweede meer ligt op ongeveer 5 km wandelen van het eerste meer. De wandeling van meer tot meer is niet ver, maar door het hoogteverschil en de minder toegankelijke paden, is dit wel een uitdagende en leuke wandeling. Lake 3 is helaas niet toegankelijk op dit moment aangezien het geografisch niet meer in Kazachstan ligt, maar in Kirgizië en je niet zomaar de grens mag oversteken.
De reis zat er na het bezoek aan Kolsai Lakes helaas bijna op. We keerden terug richting Almaty, waar we onze laatste avond spendeerden op het hoogste punt van Almaty: Kok Tobe. Met een kabelbaan die je een prachtig uitzicht over de stad gaf, gingen we naar het hoogste punt van de berg, op 1100 meter. Eenmaal boven kregen we meteen het gevoel alsof we in een of ander pretpark van de jaren 80 waren beland. Tal van leuke restaurantjes en recreatiemogelijkheden voor jong en oud zijn aanwezig op het hoogste punt van de stad. Deze fantastische reis sloten we in schoonheid af met een etentje waar we de typische Kazakse keuken voorgeschoteld kregen, met veel lekkere verse groenten, vlees en voor de durvers onder ons een glaasje gefermenteerde paardenmelk…
Zoals voor velen onder ons, was ook Kazachstan voor mij heel onbekend. Het is zo’n land waar je op voorhand niet kan inschatten wat je ervan mag verwachten, maar voor mij is het ondertussen wel duidelijk geworden; Kazachstan is wondermooi, een beetje een ruwe diamant, maar vooral een land dat je zonder al te veel moeite van de ene verbazing in de andere kan laten vallen.
World of Travel
Creating extraordinary, authentic & tailor-made journeys for the discerning traveller since 1998.
Bel met ons
Stuur ons uw vraag
Kom langs op afspraak