Groenland is officieel deel van Denemarken, maar telt als een autonoom gebied. Het waren de IJslandse kolonisten die het land van ijs bewoonden en later de Inuit, tot de Denen het gebied innamen. Het land ligt ruwweg tussen IJsland en Canada, tussen de Noordelijke IJszee en de Atlantische Oceaan. Die unieke, noordelijke ligging in het arctisch gebied betekent een ijzig poolklimaat. De temperaturen zakken er dan ook tot -50°C en komen maar zelden boven het vriespunt uit.
Groenland geldt als één van 's werelds grootste eilanden. Maar met een zeer lage bevolkingsdichtheid (één van de kleinste ter wereld) betekent dat heel veel ruimte voor ongerepte natuur. Het eiland is één en al pure, rauwe oernatuur op zijn koudst: fjorden, ijskappen, gletsjers (hoogtepunt is het ijsfjord van Ilulissat) en besneeuwde bergen in een eindeloze opeenvolging. Slechts sporadisch onderbroken door een stadje, zoals Kangerlussuaq en Nuuk, de hoofdstad. Deze kleine nederzettingen met hun kleurrijke, kleine huisjes liggen langs de westkust van het eiland, op een bewoonbare strook tussen de zee en het besneeuwde, vaak ondoordringbare binnenland. Ze zijn ook één van de weinige plaatsen waar u als bezoeker het eiland kan binnenkomen.
Bezoekers met een hart voor natuur en avontuur, komen er voor een boottocht langs de westelijke fjordenkust, om te gaan trekken door het witte niemandsland, kajakken, met de hondenslee trekken én om er het noorderlicht te aanschouwen. Wintersporten kan het hele jaar door, maar enkel echte avonturiers doorstaan de ijskoude, donkere winterdagen. Ideaal is de zomer (juni - augustus), aan de kust durft de temperatuur dan al vaker boven het vriespunt klimmen.
Ijskoud, maar heel warm aanbevolen: Groenland!
